Druk om naar naar de hoofdinhoud te gaan

Balanslezen: Wat zeggen die cijfers?

ISBN 978-90-801-9383-3

Het interessante van de balans is dat weergegeven wordt hoe een ondernemer met zijn geld is omgegaan. Is er over geïnvesteerd of wordt er teveel gebruik gemaakt van leverancierskrediet en/of wat is de positie van de bank? Om daar zicht op te krijgen geeft dit boekje aan hoe het geld door de balans stroomt.

In de geldstroom van de onderneming is de balans slechts een momentopname. Wel belangrijk omdat op dat moment een waarde aan de bezittingen en schulden wordt toegekend. Dat hoeft niet de prijs te zijn die betaald is. Integendeel bij het waarderen van de balansposten spelen allerlei belangen een rol waardoor vragen opkomen met betrekking tot de presentatie. In dit boekje wordt de vraag behandeld of er geld verdwijnt in de presentatie. Maar ook komen vragen aan de orde als: Is het mogelijk om van kosten winst te maken? Moet er een hoog vermogen en een hoog resultaat worden getoond, of juist het tegenovergestelde? Het boekje maakt de lezer alert bij het lezen van de balans.

Geld staat centraal in het lezen van de balans. Met wettelijke voorschriften en teksten wordt de lezer niet lastig gevallen. Het gaat voortdurend om het geld dat door de onderneming stroomt en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan.

Kopen
cover van balans lezen

Inhoudsopgave

Hoofdstuk

1
Het ontstaan en de inrichting van de Balans.
  • Waar is het geld gebleven?
  • Waar is het geld ingestoken en waar komt het vandaan?
  • Wie leent de onderneming geld?
  • Hoe lang ligt het geld vast?
  • Waar komt het geld voor de investeringen vandaan?
  • Hoe lang ligt het geld vast in de productie?
  • Wordt er ook geld apart gezet in de onderneming?
  • Hoe neemt de hoeveelheid geld toe in een onderneming zonder dat geld wordt geleend?
  • Geeft de balans aan of de onderneming op tijd kan betalen?
  • Kan het eigen vermogen ook hoger worden zonder dat er direct geld aan te pas komt?
  • Kan de hoeveelheid geld in de onderneming ook toenemen zonder winst te maken of geld te lenen?
  • De hoofdindeling van de balans.
  • Een uitgewerkt voorbeeld.

Hoofdstuk

2
De waardering van op de Balans voorkomende posten
  • Is het geld dat is gebruikt voor de aankopen nog aanwezig?
  • Kost afschrijven geld?
  • Kan het geld ook gewoon verloren worden?
  • Verdwijnt er geld bij de presentatie van de balans?
  • Wie heeft er belang bij om geld in de presentatie te laten verdwijnen?
  • Wordt geld in de presentatie vervangen door waarderingsgrondslagen en -technieken?
    1. 1. Het belang bij waarderen
    2. 2. Vaste activa
    3. 3. Een aantal methoden om met waarderen om te gaan vanuit een bepaald belang.
    4. 3.1. Herwaarderen.
    5. 3.2. Methoden van afschrijven en de invloed daarvan op het resultaat.
      1. a. Lineaire afschrijving.
      2. b. Afschrijven op de boekwaarde.
      3. c. Afschrijven op basis van de vervangingswaarde.
      4. d. Wijziging levensduur.
      5. e. Afschrijven op bedrijfswaarde.
    6. 4. Voorraden
  • Is er verschil tussen waardering door een betrokkene in plaats van door een onafhankelijke buitenstaander?
  • Hoe gaat het in het zicht van faillissement?
  • Hoe gaat het tegenover de fiscus?
  • Zijn alle voorraden op de balans opgenomen?
  • Welke invloed heeft voorraadwaardering op het resultaat?
  • Op welke wijze kunnen voorraden gewaardeerd worden?
  • Hoe hoog is de winst in een periode van prijswijziging?
  • Kunnen prijsstijgingen worden uitgeschakeld bij het berekenen van de winst?
  • Ja, daarbij zijn de meest bekende systemen:
    1. 1. fifo-methode
    2. 2. lifo-methode
    3. 3. ijzeren voorraadstelsel
    4. 4. vervangingswaardestelsel
    5. 5. De invloed van schattingen bij de waardering van het onderhanden werk.
      • Wat gebeurt er op de balans indien de schattingen niet kloppen?
    6. 6. De invloed van schattingen bij de waardering van Vorderingen.
      • Welk systeem leidt tot de meest betrouwbare uitkomsten?
    7. 7. De invloed van schattingen bij de waardering van Voorzieningen
      • Is de reorganisatievoorziening terecht opgenomen?
      • Is de reorganisatievoorziening voor het juiste bedrag opgenomen?
      • Is de pensioenvoorziening afhankelijk van de resultaten van de onderneming?
      • Met welk bedrag wordt de pensioenvoorziening aangepast?
      • Zal de latente belastingvoorziening ooit worden voldaan?
    8. 8. De waardering van Verplichtingen
      • Luiden alle verplichtingen in dezelfde valuta?
    9. 9. De waardering van Deelnemingen
      • Is de goodwill gewaardeerd op de actuele waarde?
    10. 10. Fraude bij Waarderingen
      • Zijn er voorbeelden van succesvolle in het nieuws staande ondernemingen waar fraude in de gecontroleerde jaarrekening is gepleegd?
    11. 11. De Verplichtingen die niet uit de balans blijken
      • Zijn er ook bezittingen en verplichtingen die niet op de balans staan?
    12. 12. De omloopsnelheid van de Voorraden en Vorderingen
      • Zijn er aanwijzingen voor dat geld ten onrechte in de voorraad blijft zitten, terwijl in feite een verlies wegens incourante voorraden of dubieuze debiteuren dient te worden genomen?
    13. 13. Activeren van kosten
      • Is het mogelijk om van kosten winst te maken?

Hoofdstuk

3
De financiële analyse
  • Waar gaat het met geld om?
  • A.       LIQUIDITEIT
  • Is er geld genoeg om op korte termijn aan de verplichtingen te kunnen voldoen?
  • Is het werkkapitaal voldoende hoog om het geld te laten rollen?
  • Kan met het geld van leveranciers een onderneming worden gefinancierd?
  • Is er een eenvoudig hulpmiddel om de liquiditeit in de gaten te houden?
  • B.       De CASH-FLOW
  • Is een onderneming in staat om geld te maken?
  • Is er perspectief in een ogenschijnlijk hopeloze situatie?
  • Hoe is er omgegaan met het geld gedurende het jaar? (de kasstroom)
  • Welk geld was benodigd of kwam vrij uit het bedrijfsgebeuren? (de operationele kasstroom)
  • Welke kasstroom is verkregen uit financieringsactiviteiten?
  • Welke kasstroom was benodigd voor investeringsactiviteiten?
  • Als er op tijd betaald kan worden is er toch geen probleem meer?
  • C.       KREDIETWAARDIGHEID (Solvabiliteit)
  • Wie vangt het verlies op?
  • Kunnen alleen maar rijke ondernemingen leningen krijgen?
  • Heeft een bedrijf ook een inkomen?
  • Is er bij een onderneming ook sprake van dat slechts een bepaald gedeelte van de winst mag worden besteed aan rente?
  • Waar is een financier eigenlijk alleen maar in geïnteresseerd?
  • Is het te bepalen hoeveel een onderneming mag lenen?
  • D.       DE CASH-FLOW EN DE WAARDE VAN DE ONDERNEMING.
  • Lijkt het alsof de cash-flow alles bepaalt?
  • Bepaalt de cash-flow soms ook de waarde van mijn onderneming?
  • Kunnen toekomstige kasstromen nu al een waarde hebben?

Hoofdstuk

4
Rentabiliteit
  • Wat kost geld en wat brengt het op?
  • Wat kost eigen vermogen of welk rendement mag een aandeelhouder verwachten?
  • Welk rendement wordt er in werkelijkheid gescoord?
  • Wat is rendement op de totale activa (RTA)?
  • Wat is rendement op het eigen vermogen (REV)?
  • Presteert de onderneming slecht?
  • Mogen aandeelhouders tevreden zijn?
  • Zijn aandeelhouders echt ontevreden?
  • Kan verandering vanuit de cijfers worden geactiveerd?

Hoofdstuk

5
De geconsolideerde Balans
  • Kan afgegaan worden op de uit de Geconsolideerde Balans blijkende liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit?

Hoofdstuk

6
Wie heeft de beste balans?.
  • Voorbeeld van een analyse van drie bedrijven.